Hoeve Pattou en jachthuis Holvoet

Nederlands

De hoeve bestond zeker in 1730. De eigenaar was toen Jacobus Bruyer, 46 jaren pastoor in Dadizele. Ze ging van eigenaar tot eigenaar tot in 1779 Jacobus Holvoet (1722-1804), schepen van de roede van Menen (1752-1794), griffier van Dadizele en Moorslede (1756-1794), burgemeester van Dadizele (1752-1794) en baljuw van Moorslede (1758-1766) de hoeve kocht, die tot in 1987 eigendom van deze familie zou blijven. Het aanpalende jachthuis - het kasteelke genoemd - werd door Benoot Jozef Holvoet (Dadizele 1763-1838) gebouwd. Benoot woonde in Dadizele tot aan zijn huwelijk in 1797. De familie Holvoet kwam veelvuldig vanuit Brugge naar Dadizele om te jagen. In de voorgevel was een steen met het opschrift "Lamoral Holvoet te Brugge 1849" ingemetseld, naar de zoon van Benoot die er eigenaar van was tussen 1848 tot 1889.

Achter het kasteelke stonden nog enkele bijgebouwen, waaronder het bakhuis. Voor de hoeve stonden ooit paardenstallen waarvan de fundamenten werden teruggevonden bij verbouwingen in 1960 door de toenmalige bewoner Gerard Pattou.

Tijdens WOI werd de hoeve zwaar beschadigd, maar heropgebouwd op dezelfde plaats en in de oorspronkelijke staat. De hoeve was in Dadizele bekend als Pattou's hof dat samen met het jachthuis te bereiken was via “Pattous wegelke” vanuit de Millesteenstraat. Het was rond 1860 dat de hofstede voor het eerst bewoond was door een Pattou, namelijk Philippus Jacobus (1825-1868). Hij huwde in 1860 met de weduwe van pachter Breyne en kwam zo op de hoeve. Hun zoon Adolf Pattou woonde vanaf 1890 na zijn huwelijk met Mathilde Dewachtere op de hoeve terwijl zijn broer Henri en haar broer Louis in het kasteelke woonden.

Zoon Petrus Pattou (°1901+1986) volgde zijn vader op als pachter van 1933 tot 1964. Nadien nam hij met zijn echtgenote Madeleine Vansteenkiste zijn intrek in het kasteelke. Zoon Gerard Pattou was de laatste landbouwer actief op de hoeve. Op 1 maart 1964 nam hij met zijn vrouw Joanna Eggermont de uitbating over. Drie jaar later kregen zij van eigenaar Serge Holvoet te horen dat ze onteigend zouden worden voor sociale woningbouw, industrie en wegenaanleg. Geleidelijk werd ook de rest van de grond voor privébouw verkocht.

In december 1986 werden de hoevegebouwen en 't kasteelke afgebroken. De Baron Holvoetlaan herinnert aan de familie Holvoet die een grote rol speelde in de geschiedenis van Dadizele.

 
Français

Ferme Pattou et pavillon de chasse Holvoet

La ferme existait certainement en 1730. Le propriétaire était Jacobus Bruyer, prêtre à Dadizele depuis 46 ans. En 1779, Jacobus Holvoet en devient le propriétaire. Il était échevin de Menin, greffier de Dadizele et de Moorslede, maire de Dadizele et bailli de Moorslede. La ferme est restée la propriété de cette famille pendant deux siècles. Le pavillon de chasse adjacent - 't kasteelke - a été construit par Benoot Jozef Holvoet. Il a vécu à Dadizele jusqu'à son mariage en 1797. Plus tard, la famille venait souvent ici de Bruges pour chasser. Une pierre portant l'inscription "Lamoral Holvoet te Brugge 1849" a été encastrée dans la façade, en l'honneur du fils de Benoot, propriétaire de la maison entre 1848 et 1889.

Derrière ‘t kasteelkese trouvaient encore quelques dépendances, dont le four a pain dans la boulangerie. Devant la ferme, il y avait autrefois des écuries.

Pendant la Première Guerre mondiale, la ferme a été gravement endommagée, mais elle a été reconstruite au même endroit et dans son état d'origine. Elle était connue sous le nom de hof de Pattou, auquel on accédait, ainsi qu’au pavillon de chasse, par la wegelke des Pattous depuis la Millesteenstraat. En 1860, la ferme est habitée pour la première fois par un Pattou, Philippus Jacobus, qui a épousé la veuve du locataire Breyne. Leur fils. Adolf Pattou y a vécu à partir de 1890, tandis que son frère Henri et son beau-frère Louis vivaient à 't kasteelke.

Son fils Petrus Pattou a succédé à son père en tant que locataire de 1933 à 1964. Ensuite, il a déménagé à 't kasteelke. Son fils Gérard Pattou a été le dernier exploitant de la ferme. En 1964, il a repris l'exploitation. Trois ans plus tard, le propriétaire Serge Holvoet lui a annoncé que le terrain serait exproprié pour la construction de logements sociaux, d'industries et de routes. Peu à peu, le reste du terrain a été vendu pour des constructions privées.

Les bâtiments ont été démolis en décembre 1986. La Baron Holvoetlaan rappelle la famille Holvoet, qui a joué un rôle important dans l'histoire de Dadizele.

 
English

Pattou farm and Holvoet hunting lodge

The farm certainly existed in 1730. The owner was Jacobus Bruyer, for 46 years pastor in Dadizele. In 1779 Jacobus Holvoet became owner. He was alderman of the ‘Roede’ of Menin, clerk of Dadizele and Moorslede, mayor of Dadizele and bailiff of Moorslede. The farm remained the property of this family for 2 centuries. The adjacent hunting lodge, the castle, was built by Benoot Jozef Holvoet. He lived in Dadizele until his marriage in 1797. Later the family often came here from Bruges to hunt. A stone with the inscription ‘Lamoral Holvoet te Brugge 1849’ was built into the facade, after Benoot's son who owned it between 1848 and 1889.

Behind the castle were a few annexes, including the bakehouse. Horse stables once stood in front of the farm.

During WWI the farm was badly damaged, but rebuilt in the same place and in its original form. It was known as Pattou’s farm, which, together with the hunting lodge, could be reached via Pattou’s path from the Millesteenstraat. In 1860 the farmstead was first inhabited by a Pattou, Philippus Jacobus, who married the widow of the farmer Breyne. Their son, Adolf Pattou, lived there from 1890 while his brother Henri and his brother-in-law Louis lived in the little castle.

Son Petrus Pattou succeeded his father as a tenant from 1933 to 1964. Afterwards he took up residence in the little castle. Son Gerard Pattou was the last farmer active on the farm. In 1964 he took over the farm. Three years later he was told by owner Serge Holvoet that they would be expropriated for social housing, industry and road construction. Gradually, the rest of the land was also sold for private construction.

In December 1986 the buildings were demolished. The Baron Holvoetlaan is a reminder of the Holvoet family who played a major role in the history of Dadizele.