Vlasroterij
Nederlands
Roten bestaat uit het losweken van de vlasvezels (bast) rond de houtpijp. Wegens de vervuiling van de Leie en Mandel door het roten in open water, ontwikkelde zich vanaf 1900 het kunstmatig warmwaterroten. In het begin werd het minachtend “puttevlas” genoemd. In betonnen bakken werden de vlasbundels in twee lagen op elkaar gestapeld en onder lauw (32°) water gezet, vandaar de zware waterdichte laaddeuren. Bovenaan had men toezicht op het rotingsproces (3 à 5 dagen). Er werd gestookt met waardeloos vlasafval. Nadrogen gebeurde in vlaskapellen op het land. Na 1960 ging men over naar het goedkopere veldroten.
Français
Le routoir
Le rouissage consiste à relâcher les fibres de lin (écorce) autour du tuyau en bois. En raison de la pollution de la Lys et du Mandel par rouissage en eau libre, le rouissage artificiel à l'eau chaude s'est développé à partir de 1900. Au début, on l'appelait dédaigneusement «juttevlas». Les bottes de lin étaient empilées en deux couches dans des conteneurs en béton et placées dans de l'eau tiède (32 °), d'où les lourdes portes de chargement étanches. Le processus de rouissage était surveillé du sommet (3 à 5 jours). On chauffait avec des déchets de lin sans valeur. Le séchage avait lieu dans des chapelles de lin sur le terrain. Après 1960, ils sont passés au rouissage sur les champs.
English
Flax rettery
Retting consists of loosening the flax fibers (bark) around the wood pipe. Due to the pollution of the Leie and Mandel by retting in open water, artificial warm water retting developed from 1900 onwards. At first it was contemptuously called “puttevlas”. The flax bundles were stacked in two layers in concrete containers and placed under luke warm (32°) water, hence the heavy watertight loading doors. The retting process (3 to 5 days) was supervised at the top. Burning was done with worthless flax waste. Drying took place in flax chapels on the land. After 1960 they switched to the cheaper field retting.
Harvest of the flax at Moorslede, painting Emiel Jacques, 1903
